Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wo·ning·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woningdienst woningdiensten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de woningdienstv

  1. onderdeel van de gemeentelijke organisatie dat is belast met volkshuisvesting
Opmerkingen
  • In Nederland hebben gemeenten sinds de jaren 90 van de 20e eeuw steeds minder uitvoerende diensten, zeker ook op dit terrein.

Gangbaarheid

Verwijzingen