Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woe·ker·po·lis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woekerpolis woekerpolissen
verkleinwoord woekerpolisje woekerpolisjes

Zelfstandig naamwoord

de woekerpolisv / m

  1. ondoorzichtige levensverzekeringsconstructie waarmee de verzekeringsnemer wordt afgezet voor het bekomen van woekerwinsten
    • Van de 12.000 euro die de Volkskrant-redacteur inlegde op zijn woekerpolis hield de bank 4.800 euro in (aan 'kosten')[1] 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen