Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wit·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witloog witlogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de witloogv / m, het witloogo

  1. verdund zwavelzuur

Gangbaarheid

31 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be