• wit·le·ren
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen witleren

witleren

  1. met wit leer bekleed
     Weinig gebruikt: De wagen, die een topsnelheid haalt van 250 km per uur, is niet veel gebruikt, want er staat slechts 6893 kilometer op de teller. En dat is niet veel voor deze fraaie bolide met witleren bekeding die een 4.2 liter TDI (Turbocharged Direct Injection) aan boord heeft en zich uitermate goed leent voor lange afstanden.[1]
     Sloeg de verveling onverhoopt toch toe, dan waren er altijd nog de moeder en het boek. De crèmewitleren bank, mijn broer en ik aan weerszijden van de vrouw die ons voedde, en zij maar voorlezen.[2]
  2. gemaakt van wit leer
     Ook had ze een witleren schoudertas bij zich.[3]
  1.   Weblink bron “Van Gaal zet gouden Duitse Audi A8 te koop” (30-11-2011), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Geschreven door:Klaas Knooihuizen
    “Ode aan de ode, zoveel meer dan een lofzang” (04/05/2014), HP de Tijd
  3.   Weblink bron “Politie doet onderzoek in woning vermiste Sabrina Oosterbeek” (3 mei 2017), Het Parool