witkraaglijster

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  witkraaglijster    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• wit·kraag·lijs·ter

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  wit bn,   kraag zn  en  lijster zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	witkraaglijster	witkraaglijsters
verkleinwoord	witkraaglijstertje	witkraaglijstertjes

Zelfstandig naamwoord

de witkraaglijster v / m

1. (zangvogels) Turdus albocinctus  een zangvogel uit de familie lijsters (Turdidae). Deze soort komt voor in Bhutan, China, India en Nepal

Hyperoniemen

• echte lijsters, lijsters, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'witkraaglijster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.