[2] witkar
  • wit·kar
enkelvoud meervoud
naamwoord witkar witkarren
verkleinwoord witkarretje witkarretjes

de witkarv / m

  1. één auto die verschillende mensen uit verschillende huishoudens met elkaar delen
     In en rond Amsterdam (inclusief Schiphol) kun je bijvoorbeeld in de elektrische Smarts van Car2Go stappen, terwijl Witkar in onder meer Rotterdam, Groningen, Zwolle, Den Haag en Utrecht auto’s aanbiedt. In dit geval mag je de auto overal neerzetten waar je wilt zonder parkeerkosten te betalen, mits je locatie binnen zogenoemde ‘werkgebieden’ (bijvoorbeeld een vergunningsgebied) valt.[2]
  2. tweepersoons driewielig elektrisch voertuig, ontworpen door de Amsterdamse provo Luud Schimmelpennink, en bedoeld als collectief vervoermiddel in de Amsterdamse binnenstad
     In Parijs blazen ze een oud provo-ideaal nieuw leven in: de witkar, de elektrische autootjes die in de jaren '70 door Amsterdam reden.[3]
     Zo staat op dit moment de zelfrijdende Volkswagen Sedric in de zaal, naast het studiemodel van de komende elektrische Volkswagen Bus (de ID. Buzz Concept) en een aloude Witkar uit de jaren ’70 – feitelijk de eerste deelauto van Nederland.[4]
55 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[5]
  1. witkar op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Roland Tameling
    “Handig voor studenten: deel een auto” (21-08-2019), Tubantia
  3.   Weblink bron “De 'witkar' krijgt herkansing in Parijs” (02-10-2011), NOS
  4.   Weblink bron
    Roland Tameling
    “Per vliegende auto over Amsterdam? In deze nieuwe ‘experience’ kan het” (19-10-2019), Tubantia
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be