wilgen
- wil·gen
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen |
wilgen
- van wilgenhout vervaardigd
de wilgen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wilg
- Het woord wilgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wilgen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Iets aan de wilgen hangen” (3 juni 2019) op onzetaal.nl
- ↑ Weblink bron F.A. Stoett“Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. Deel 1”, 4e druk (1923), W.J. Thieme & Cie, Zutphen, p. 559 nr. 1397 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be