Wijzerzin, bewegend
  • wij·zer·zin
enkelvoud meervoud
naamwoord wijzerzin wijzerzinnen
verkleinwoord - -

wijzerzin m

  1. de richting waarin de klok draait
    • De klok werd een uur tegen wijzerzin verzet. 
  • met de klok mee
    in wijzerzin