• wijn·jaar
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnjaar wijnjaren
verkleinwoord

het wijnjaaro

  1. het oogstjaar van de druiven die voor de wijn gebruikt werden, het is een belangrijk kenmerk van een wijn
    • Ook komt het nogal eens voor dat uitstekende g in de schaduw staan van mindere jaargangen, die uit marketingoverwegingen op handen worden gedragen.[2] 
    • Vreemd eigenlijk dat in zwakke wijnjaren - 2013 was geen feest voor de Franse wijnbouw - zulke mooie rosé worden gemaakt.[3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf PIETER NIJDAM 14 jun. 2014
  3. de Telegraaf PIETER NIJDAM 26 apr. 2014