whatsapper
- Geluid: whatsapper (hulp, bestand)
- whats·ap·per
- afleiding van whatsappen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | whatsapper | whatsappers |
verkleinwoord |
de whatsapper m
- (internet) (communicatie) iemand die het communicatieplatform WhatsApp gebruikt
- ▸ In 2016 werd bekend dat WhatsApp meer informatie zou gaan delen met moederbedrijf Facebook. Het kondigde nieuwe privacyvoorwaarden aan. Van iedere whatsapper wordt sinds het ingaan van die voorwaarden het 06-nummer gedeeld en informatie over hoe vaak je de app opent. Dat is volgens Facebook naar eigen zeggen nodig om onder meer spam tegen te gaan.[1]
- ▸ Twintig, soms dertig bellers of whatsappers ‘vangt’ de politie tijdens controles van twee à drie uur. Deze woensdag zullen het er nog meer zijn.[2]
- Het woord whatsapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Nando Kasteleijn“'WhatsApps privacybewuste baas kon niet meer leven met datahonger Facebook'” (01-05-2018), NOS
- ↑ Weblink bron Ron Hemmink“Dit gebeurt er als politie 2,5 uur let op bellers en whatsappers op N36” (05-07-2017), Tubantia