• wer·ven
  • In de betekenis van ‘in dienst nemen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1466 [1]
  • In de betekenis van ‘verwerven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
werven
wierf
geworven
klasse 3 volledig

werven

  1. overgankelijk mensen zien te verkrijgen als lid of voor een bepaalde taak
    • Rusland noemt naam Britse diplomaat die spionnen wierf.[2] 
  2. geld inzamelen voor een bepaald doel
     Dus aangekomen in een gehucht-met-wifi in Noord-Oregon (Big Lake Youth Camp) zocht ik een website waar ik fondsen mee kon gaan werven.[3]

de wervenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord werf
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]