Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wierf

Werkwoord

vervoeging van
werven

wierf

  1. enkelvoud verleden tijd van werven
    • Ik wierf. 
    • Jij wierf. 
    • Hij, zij, het wierf. 

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be