wierf
- wierf
vervoeging van |
---|
werven |
wierf
- enkelvoud verleden tijd van werven
- Ik wierf.
- Jij wierf.
- Hij, zij, het wierf.
- Ik wierf.
- Het woord wierf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wierf" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be