werkten zwart
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkten zwart (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛrktə(n) ˈzwɑrt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- werk·ten zwart
Woordherkomst en -opbouw
- uit werkten (werkwoord) en zwart (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwartwerken |
werkten (…) zwart
- meervoud verleden tijd van zwartwerken
- Wij werkten zwart.
- Jullie werkten zwart.
- Zij werkten zwart.
- Wij werkten zwart.
Gangbaarheid
- Het woord werkten zwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.