werkkast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkkast | werkkasten |
verkleinwoord | werkkastje | werkkastjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kast voor het opbergen van schoonmaakmateriaal
- Deze werkkast is precies de juiste grootte voor al mijn schoonmaakmateriaal.
Gangbaarheid
- Het woord werkkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.