wereldbekerwedstrijd
- we·reld·be·ker·wed·strijd
- samenstelling van wereldbeker zn en wedstrijd zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wereldbekerwedstrijd | wereldbekerwedstrijden |
verkleinwoord | wereldbekerwedstrijdje | wereldbekerwedstrijdjes |
de wereldbekerwedstrijd m
- (sport) elk van de wedstrijden die meetellen in de strijd om de wereldbeker
- Het winnen van slechts één wereldbekerwedstrijd is vaak onvoldoende om de wereldbeker te winnen.
- ▸ Twee wereldbekerwedstrijden roeien in Italië zijn geschrapt vanwege het coronavirus.[1]
- ▸ De Noor eindige dit seizoen zeven keer op het podium in een wereldbekerwedstrijd, waarvan hij een keer op de hoogste trede mocht plaatsnemen.[2]
- Het woord wereldbekerwedstrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Laatste wereldbeker skiën afgelast, Kilde pakt eindzege” (12-03-2020), NOS