welzijnsorganisatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·zijns·or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welzijnsorganisatie welzijnsorganisaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de welzijnsorganisatiev

  1. organisatie voor sociale hulpverlening
     Uit het onderzoek blijkt dat de slachtoffers soms te maken hebben met dreigingen van geweld of moord. Sociale druk en psychische intimidatie komen vaak voor. Een medewerker van een welzijnsorganisatie geeft daarvan in de enquête een voorbeeld. "Wanneer krijg je nog een keer een aanzoek? Het maakt niet uit hoe hij eruitziet, of wie het is, je gaat gewoon trouwen, punt", kreeg een doof meisje te horen van haar ouders.[1]
     Volgens woningcorporatie Eigen Haard woont in het complex in Amsterdam-West een gemêleerde groep huurders. Ongeveer de helft van de oorspronkelijke bewoners, moslims en niet-moslims, keerde na de renovatie terug. Verder worden de appartementen verhuurd aan studenten en cliënten van een welzijnsorganisatie, schrijft Eigen Haard op de website.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ambassade laat meisjes in de steek” (Maandag 29 september 2014, 12:27), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Plasterk relativeert 'halalhuizen'” (Zondag 25 november 2012, 10:58), NOS