Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·kom·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welkomwinkel welkomwinkels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de welkomwinkelm

  1. winkel waar hulpgoederen worden aangeboden aan vluchtelingen
     Ze is dolblij met het grote respons van de wervingsactie. “Bedoeling is dat de nieuwe vrijwilligers de al opgeleide 1.200 vrijwilligers gaan assisteren. Op dit moment zijn vrijwilligers het Rode Kruis Twente, dat veertien afdelingen heeft, actief bij de noodopvang van vluchtelingen in Hardenberg. Ze helpen bij de uitgifte van spullen in de welkomwinkel en bij het plaatsen van bedden.”[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Regio zet zich massaal in voor vluchtelingen” (22-09-2015), Tubantia