Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wei·ger·uro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weigeruroloog weigerurologen
verkleinwoord weigeruroloogje weigeruroloogjes

Zelfstandig naamwoord

de weigeruroloogm

  1. (beroep) een uroloog die weigert besnijdenissen uit te voeren
    • Van Balken, werkzaam in het Rijnstate Ziekenhuis te Arnhem, heeft zichzelf demonstratief tot 'weigeruroloog' gedoopt. Hij deed zijn oproep gisteren in een blog op artsenwebsite Artsennet. "Als artsen zouden we moeten zeggen: 'Niet doen. Verbieden. Klaar'", schrijft hij. Aanleiding is een congres eerder deze week, waarbij is stilgestaan bij medische complicaties die het gevolg kunnen zijn van jongensbesnijdenis, zoals infecties, nabloedingen, plasbuisvernauwing en seksuele problemen. [1] 
    • Michael van Balken noemt zich ‘weigeruroloog’. Als iemand kijk heeft op de gevolgen van medisch onnodige besnijdenis bij jongens, dan is dat wel een uroloog. Op zijn poli in het Arnhemse Rijnstate Ziekenhuis krijgt Van Balken de kinderen met complicaties na de ingreep. Nabloedingen die niet met een verbandje te verhelpen zijn. Infecties aan de penis. En heel soms een piemeltje dat is beschadigd door het mes. [2] 
    • Haroon Ali, kind van moslimouders, is tevreden besneden, zijn neef is een weigeruroloog. Wie heeft gelijk? Ali gaat op zoek naar de waarheid en komt tot een verrassende conclusie. [3] 
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen