uroloog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uroloog | urologen |
verkleinwoord | uroloogje | uroloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de uroloog m
- (beroep) een specialist in de geneeskunde die zich bezighoudt met de urinewegen bij de man en de vrouw, en de geslachtsorganen van de man
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord uroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uroloog" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be