wegvoeren
- weg·voe·ren
- samenstelling van weg bw en voeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegvoeren |
voerde weg |
weggevoerd |
zwak -d | volledig |
wegvoeren
- overgankelijk op geleide wijze iets of iemand weg doen gaan
- De gevangenen werden weggevoerd naar een kamp.
vervoeging van |
---|
wegvaren |
wegvoeren
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wegvaren
- ...dat wij wegvoeren.
- ...dat jullie wegvoeren.
- ...dat zij wegvoeren.
- ...dat wij wegvoeren.
- Het woord wegvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegvoeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be