Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·ver·smal·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegversmalling wegversmallingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wegversmallingv

  1. (verkeer) de plaats waar een weg smaller wordt
     Bij een wegversmalling waar maar één voertuig tegelijkertijd kan passeren, moet de wegbeheerder kiezen: ‘regel ik de voorrang of niet’.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Weg met voorrang bij wegversmallingen” (2 mei 2011), verkeerskunde.nl