Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·ver·har·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegverharding wegverhardingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wegverhardingv

  1. (wegenbouw) de aanbrenging van stenen, beton, asfalt of ander hard materiaal zodat een weg beter berijdbaar is
    • Na de wegverharding kon de zandweg ook door auto's bereden worden. 
  2. (wegenbouw) het materiaal waarmee de weg verhard wordt
    • Als wegverharding heeft men klinkers gebruikt. 

Gangbaarheid

Meer informatie