• weg·van·gen

wegvangen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegvangen
ving weg
weggevangen
klasse 7 volledig
  1. door vangen verwijderen of wegnemen
     De gemeente Raalte verwacht dat ook dit jaar een bedrag van circa tien mille moet worden uitgetrokken voor de bestrijding. Het wegvangen van mannelijke vlinders met behulp van vallen is net weer begonnen. In zijn onstuitbare opmars in noordelijke richting heeft het kleine maar gevreesde diertje deze zomer ook Nieuwleusen (gemeente Dalfsen) en Lemele (Ommen) bereikt.[2]
     „Als nieuwe soorten zich hier thuisvoelen en voortplanten, dan is daar nauwelijks iets aan te doen. We proberen het wel, bijvoorbeeld door het wegvangen van Amerikaanse zonnebaarzen voor het behoud van de Twentse boomkikker, maar echt tegenhouden is voor de meeste soorten onmogelijk”, zegt ecoloog Jacob van der Weele van Landschap Overijssel.[3]
79 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Opmars van de processierupsen” (09-08-2008), Tubantia
  3.   Weblink bron “Gewenste én ongewenste diersoorten in Twente en de Achterhoek vormen 'multiculti-natuur'” (23-09-2014), Tubantia
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be