Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·trans·port
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegtransport wegtransporten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wegtransporto

  1. (verkeer) het vervoer van goederen over de weg
     Vanuit steedse meer kanten komt kritiek op regels voor het wegtransport, waarover vorige week een akkoord is bereikt in EU-verband.[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kritiek op nieuwe EU-regels wegtransport zwelt aan” (18 december 2019), Nieuwsblad Transport