• weg·spoe·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegspoelen
spoelde weg
weggespoeld
zwak -d volledig

wegspoelen

  1. overgankelijk met een krachtige stroming laten verdwijnen
  2. onovergankelijk door een krachtige stroming verdwijnen
     Als het bouwwerk deze keer ook in de rivier stortte, zou de enorme boeggolf de huizen die het eerst op zijn weg lagen kunnen wegspoelen of verpletteren.[2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be