wegkeilen
- weg·kei·len
- samenstelling van weg bw en keilen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegkeilen |
keilde weg |
weggekeild |
zwak -d | volledig |
wegkeilen
- overgankelijk zich van iets ontdoen op een onzorgvuldige manier
- Ik ga die lege dozen even wegkeilen.
- Het woord wegkeilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.