wegeninfrastructuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·gen·in·fra·struc·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegeninfrastructuur wegeninfrastructuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wegeninfrastructuurv

  1. (wegenbouw) het geheel aan bouwwerken en voorzieningen die aangelegd zijn voor het wegverkeer
Synoniemen