wegebben
- weg·eb·ben
- samenstelling van weg bw en ebben
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegebben |
ebde weg |
weggeëbd |
zwak -d | volledig |
wegebben
- ergatief geleidelijk afnemen, verdwijnen
- Het enthousiasme van het begin is helemaal weggeëbd.
- Als de laatste klanken wegebben, lopen ze gearmd naar huis.
- Het woord wegebben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegebben" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be