Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg en weer
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

weg en weer

  1. van de ene plaats naar de andere en dan in omgekeerde richting terug (meestal bij herhaling)
     Het is een onzeggelijke prikkeling op zijn gehoor en zijn reuk, Black loopt weg en weer voor zijn hok, weg en weer, zover zijn ketting reikt, en jankt, en trekt, en... De Baas had die avond, toen hij Black vastlegde, de halsband een lid losser gemaakt, omdat de nacht zo heet was en Black zijn nek dikker was geworden. Nu voelt Black opeens dat de band hem tot aan de oren schuift. Hij trekt en rukt zijn kop achteruit, het doet pijn, maar sterker dan die pijn is zijn woest verlangen vrij te zijn, los te komen van de benauwenis, en daar glijdt de band over zijn snuit op de grond.[1]
Synoniemen
Opmerkingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Van Floere en andere dieren in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, p. 538 kol. 2
  2. Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, p. 538 kol. 2