weerstation

Nederlands

weerstation

Uitspraak

• Geluid:  weerstation    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• weer·sta·ti·on

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  weer  en  station 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	weerstation	weerstations
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het weerstation o

1. gestandaardiseerd instrument dat de weersomstandigheden meet
2. een locatie waar instrumenten staan opgesteld die de weersomstandigheden meten

   • Bij het weerstation bovenop de berg kunnen windstoten voorkomen van wel honderd kilometer per uur, wat door het gebrek aan begroeiing volgens de Tourorganisatie te gevaarlijk is. Ook is de verwachting dat de temperatuur op de top daalt tot een graad of vier.  

Gangbaarheid

• Het woord weerstation staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weerstation" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.