weerpijn
- weer·pijn
- In de betekenis van ‘pijn op andere plaats dan de oorzaak’ voor het eerst aangetroffen in 1607 [1]
- samenstelling van weer en pijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerpijn | weerpijnen |
verkleinwoord | weerpijntje | weerpijntjes |
- (medisch) pijn die op een andere plaats wordt gevoeld dan waar de prikkel optreedt
- Weerpijn wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een convergentie van viscero-afferenten en somato-afferenten op hetzelfde ruggenmergsegment
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord weerpijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "weerpijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ weerpijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).