weerdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weer·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weer en dag [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerdag | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de weerdag m
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'weerdag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.