weekten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weekten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwektə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- week·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afweken |
weekten (…) af
- meervoud verleden tijd van afweken
- Wij weekten af.
- Jullie weekten af.
- Zij weekten af.
- Wij weekten af.
Gangbaarheid
- Het woord weekten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.