weeknummer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weeknummer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- week·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van week en nummer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weeknummer | weeknummers |
verkleinwoord | weeknummertje | weeknummertjes |
Zelfstandig naamwoord
het weeknummer o
- een aanduiding van een week met een getal
- wanneer men ook nog het jaar in het weeknummer aanbrengt, krijgt men een unieke identificatie van een week bijv. 201140
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord weeknummer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.