watergeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | watergeld | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het watergeld o
- (waterbeheer) geld dat men heft voor de waterschappen
Gangbaarheid
- Het woord 'watergeld' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.