Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • warm·te·re·ge·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord warmteregelaar warmteregelaars
verkleinwoord warmteregelaartje warmteregelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de warmteregelaarm

  1. systeem om de temperatuur in te stellen en constant te houden op een gewenste waarde, een thermostaat

Gangbaarheid