Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wal·vis·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord walvisachtige walvisachtigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de walvisachtigev / m

  1. (dierkunde) zeezoogdier dat behoort tot de infraorde Cetacea  
     Het lijkt erop dat de meest bedreigde walvisachtige ter wereld binnenkort uitsterft.[2]
Hyponiemen

Bijvoeglijk naamwoord

walvisachtige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van walvisachtig
     De Brits-Indiase kunstenaar Anish Kapoor toont vanaf volgende week in het Grand Palais in Parijs zijn reusachtige walvisachtige sculptuur Leviathan.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. walvisachtige op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Brigitte Osterath
    “En toen waren er nog 9 – Californische bruinvis is bijna verdwenen” (28 juni 2019) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Sandra Smallenburg
    “Bouwen aan buik van reuzenwalvis” (5 mei 2011) op nrc.nl