walmuur
- wal·muur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | walmuur | walmuren |
verkleinwoord | walmuurtje | walmuurtjes |
de walmuur m
- muur die een aarden wal stut
- ▸ Met aanmoedigingen vanaf de walmuur en terrassen was het een feest om door de Dijkstraat te rennen. Eindelijk zonder tegenwind. Op weg naar de finish die verplaatst was van het ongezellige haventerrein naar de sfeervolle Markt met veel publiek.[2]
- muur van een kade die water en land afgrenst
- ▸ „Een vrachtwagen die langs de grachten rijdt, heeft een impact van 200.000 personenauto’s”, zegt Ploos van Amstel. „Al dat transport sloopt de stad. Hoe meer zwaardere voertuigen van de weg af gaan; hoe beter het is voor onze walmuren.”[3]
- Het woord 'walmuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "walmuur" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Wim van Amerongen“‘Vol is vol’ op gereanimeerde Dijkenloop in Wijk bij Duurstede” (13-10-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron RICHARD VAN DE CROMMERT“Amsterdamse kades dreigen in te storten” (25 jan. 2018), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be