• walm
  • In de betekenis van ‘damp’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord walm walmen
verkleinwoord walmpje walmpjes

de walmm

  1.  Allerlei ploegen zijn bezig met schoonmaken en het vervangen van oude logo's. Patiënten die vanochtend het 'nieuwe' ziekenhuis bezoeken, komen terecht in een walm van schoonmaakmiddelgeur.[3]
     Bij de Arnhemse voetbalvereniging De Paasberg is de coffeeshop volledig ingeburgerd. Langs de dugout op het hoofdveld hangt een rood-geel reclamebord van coffeeshop De Walm ('gehele week geopend van 10.00 - 22.00 uur'). Het eerste zaterdagelftal speelt in shirts van De Walm. In de kantine meldt een bord aan de muur dat de wedstrijdbal is aangeboden door De Walm.[4]
vervoeging van
walmen

walm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van walmen
    • Ik walm. 
  2. gebiedende wijs van walmen
    • Walm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van walmen
    • Walm je? 
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]
  1. "walm" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Ziekenhuis failliet, en vannacht herboren: spoedpoli na 10 uur alweer open” (01-03-2019), NOS
  4.   Weblink bron
    Guido van Gorp
    “Coffeeshops sponsoren voetbalclubs: gedogen of verbieden?” (02-11-2019), NOS
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be