waarneembaarheid
- waar·neem·baar·heid
- afgeleid van waarneembaar met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waarneembaarheid | waarneembaarheden |
verkleinwoord | - | - |
de waarneembaarheid v
- de eigenschap en de mate van het waargenomen kunnen worden met de zintuigen
- de waarneembaarheid van de sterren was uitstekend
1.
- Het woord 'waarneembaarheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.