Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·naast
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     naast  
 persoonlijk     ernaast  
aanwijz.   nabij     hiernaast  
  veraf     daarnaast  
  vragend/betrekk.     waarnaast  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
waarnaast

  1. vragend naast wat?, naast welk?
    • Waarnaast staat die bank? 
  2. betrekkelijk naast wat, naast hetwelk
    • Dit is de bank waarnaast het nieuwe museum gebouwd wordt. 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be