waardevermeerdering

  • waar·de·ver·meer·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord waardevermeerdering waardevermeerderingen
verkleinwoord

de waardevermeerderingv [1]

  1. toename van de hoeveelheid geld die men bij verkoop van iets kan ontvangen
     Vooral omdat het gebied dat hun voor eigen gebruik was toegewezen op Kungsholmen lag met uitzicht op zee. Dat garandeerde zowel waardevermeerdering als stijgende huuropbrengsten.[2]
     Vooral Porsche (met name de 911), Maserati, Ferrari, Alfa Romeo en MG vertonen volgens Staal een stabiele waardevermeerdering. Wie een nieuw exemplaar koopt, moet er rekening mee houden dat de auto de eerste tien tot vijftien jaar minder waard wordt. Pas na ongeveer 25 jaar gaat de waarde dusdanig toenemen dat de auto met een mooie winst verkocht kan worden.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  3.   Weblink bron
    Susan Sjouwerman
    “In Sassenheim ligt voor 33 miljoen euro aan whisky, en je kunt erin beleggen” (maandag 4 september 2017), NOS