Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·de·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen waardegebonden waardegebondener waardegebondenst
verbogen waardegebondenste
partitief waardegebondens waardegebondeners -

Bijvoeglijk naamwoord

waardegebonden

  1. (filosofie) betrekking hebbend op moreel, ethische zaken
     Hij benadrukte nogmaals dat de Vlaamse regering op 23 maart het volledige competentieprofiel heeft besproken en goedgekeurd, waarin zowel waardegebonden als vaktechnische criteria werden vastgelegd.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Marjan Justaert
    “Rzoska veegt zwijgende Open VLD de mantel uit in Vlaams halfrond” (07/11/2018), De Standaard