• vuurt af
vervoeging van
afvuren

vuurt (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvuren
    • Jij vuurt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvuren
    • Hij vuurt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvuren
    • Vuurt af!