Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrien·den·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vriendenloos vriendenlozer vriendenloost
verbogen vriendenloze vriendenlozere vriendenlooste
partitief vriendenloos vriendenlozers -

Bijvoeglijk naamwoord

vriendenloos

  1. verouderde spelling of vorm van vriendeloos tot 2006
    • Hij is nu weer in Nederland omdat Londen zo vriendenloos leek na de oorlogsjaren, toen er zo velen waren. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen