[1] vredesteken
 
[2] vredesteken
  • vre·des·te·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord vredesteken vredestekenen
vredestekens
verkleinwoord

het vredestekeno

  1. een teken waarbij men de wijs- en middelvinger gespreid strekt om iemand vrede te wensen
     Toen ik de volgende ochtend om 4 uur wakker werd, stond de stille jongen al op het punt te vertrekken en gaf me een appel. Hij hief zijn wijs- en middelvingers in het vredesteken en vertrok zuidwaarts, de donkere ochtend in.[1]
  2. cirkelvormig teken met een verticale streep in het midden en een gelijkzijdige driehoek aan de onderzijde
     Een graffitispuiter is zaterdagavond op heterdaad betrapt in Oldenzaal. De man nam dan ook een groot risico: hij spoot met verf een vredesteken op de muur van het politiebureau.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron “Graffitispuiter betrapt bij politiebureau in Oldenzaal: ‘Alle collega’s renden naar buiten’” (28-10-2018), Tubantia