• vra·gen·vuur
enkelvoud meervoud
naamwoord vragenvuur vragenvuren
verkleinwoord

het vragenvuuro

  1. een serie indringend gestelde vragen die snel achterelkaar worden gesteld tijdens een ondervraging; een spervuur van vragen
    • Sébas Diekstra, de advocaat van de vader van het tragisch omgekomen meisje Sharleyne, wil tijdens de rechtszaak zélf de van moord verdachte moeder aan een vragenvuur onderwerpen. Hij dient daartoe een speciaal verzoek in bij de rechtbank Assen. [1] 
    • De talkshow, normaliter te zien op de late middag, zal de hele maand april te zien zijn tussen 19.00 en 20.00 uur en daar lijkt de gemiddelde Twitter-gebruiker geen problemen mee te hebben. Een greep uit de vele reacties op social media: ‘Oprechte belangstelling in plaats van overhaast vragenvuur’, ‘de geïnterviewde mag méér dan vijf woorden achter elkaar zeggen…weet niet wat me overkomt’ en ‘wat een verademing! Een normaal gesprekstempo en geen ratelende presentator’. [2] 
    • Irene Moors heeft opnieuw een trits BN'ers weten te strikken voor haar show Naar Bed met Irene. Vanaf volgende maand onderwerpt ze onder anderen Paul de Leeuw, Sonja Bakker, OG3NE én haar goede vriend Carlo Boszhard aan een vragenvuur en duikt ze aan het einde van de show met ze in een Auping-bed. [3] 
93 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]