vraatzuchtigheid
- vraat·zuch·tig·heid
- afgeleid van vraatzuchtig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vraatzuchtigheid | vraatzuchtigheden |
verkleinwoord | - | - |
- het vraatzuchtig zijn
1.
- Het woord 'vraatzuchtigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.