vraagal
- vraag·al
- samenstelling van vraag ww en al [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vraagal | vraagallen vraagals |
verkleinwoord | vraagalletje | vraagalletjes |
de vraagal m
- nieuwsgierig persoon die niet ophoudt vragen te stellen
- Het woord vraagal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vraagal" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be