vouwden dubbel
- Geluid: vouwden dubbel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑudə(n) ˈdʏbəl / (4 lettergrepen)
- vouw·den dub·bel
- uit vouwden (werkwoord) en dubbel (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
dubbelvouwen |
vouwden (…) dubbel
- meervoud verleden tijd van dubbelvouwen
- Wij vouwden dubbel.
- Jullie vouwden dubbel.
- Zij vouwden dubbel.
- Wij vouwden dubbel.
- Het woord vouwden dubbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.